En de film komt af

door Dick Couvée

Vrijdag 17 maart jl., solidariteitsbijeenkomst voor Syrische vluchtelingen in de kerkzaal van de Pauluskerk. Zo’n 100 aanwezigen, waaronder 60 mensen uit Syrië, vooral statushouders. Twee jonge jongens, Sam en Ahmed, doen hun verhaal over hoe het hen vergaat in Nederland, sinds zij zijn gevlucht uit Syrië. Zij doen dat in behoorlijk goed en verstaanbaar Nederlands, valt mij op. Zo snel kan dat gaan, blijkbaar. Van die echte jonge jongens, 16, 17 jaar schat ik. De bekende mengelmoes van stoer, verlegen en veel, wat gegeneerd lachen, zo voor al die mensen. Ik geniet. Het komt erop neer, dat zij het erg naar hun zin hebben in Nederland en Nederland dankbaar zijn, dat zij hier status hebben gekregen. Zij zijn bezig met het maken van een film. Waarover, dat wordt niet helemaal duidelijk. En dan zegt één van hen met enige nadruk, ergens tussen serieus en een grap in: “en de film komt af”. Veel gelach in de zaal, met name onder Syrische mensen, die hen blijkbaar goed kennen. Die hebben deze krachtige belofte al eens eerder gehoord, maar nog niet zien waargemaakt. Dit geestige moment die avond staat voor mij model voor hoe het vluchtelingen in Europa zou kunnen gaan. Als wij tenminste bereid zijn het slagen van hun integratie in dit land niet beschouwen als louter hun eigen, individuele verantwoordelijkheid. En verder niks. De bijeenkomst werd georganiseerd door het Platform “Rotterdam verwelkomt vluchtelingen”. De Pauluskerk is een van de initiatiefnemers van het eerste uur. Inmiddels zijn er ruim 60 organisaties in Rotterdam bij aangesloten.

“Rotterdam verwelkomt vluchtelingen” vindt, dat vluchtelingen in Rotterdam (en Nederland) ruimhartig moeten worden opgevangen. Om morele redenen. Zo hoor je dat te doen met mensen die voor hun leven moeten vluchten uit oorlogsgebieden. Maar ook om existentiële redenen. Deze mensen kunnen met wie zij zijn en met hun vaardigheden en kennis een belangrijke bijdrage leveren aan de toekomst en verdere ontwikkeling van Nederland. Dat hebben vluchtelingen eigenlijk altijd gedaan de eeuwen door. Zoals destijds ook mijn eigen familie, uit Frankrijk naar hier gevlucht, vanwege de godsdienstoorlog gevoerd door koning Lodewijk de 14e. Overigens waren er toen ook allerlei spanningen in de samenleving rond vluchtelingen en “eigen volk”. Uit allerlei onderzoek blijkt steeds weer, dat samenlevingen die zich afsluiten van de buitenwereld in een soort “inteeltstand” terecht komen en steeds groter moeite hebben zich te ontwikkelen. Altijd weer wordt direct de koppeling gelegd tussen “vluchteling” en “probleem”. Niet tussen “vluchteling” en “kans’ of “mogelijkheid”. Niet “rot op”, maar “doe mee”. Daarvoor staat Rotterdam verwelkomt vluchtelingen.

De solidariteitsbijeenkomst werd georganiseerd ter gelegenheid van de 6e verjaardag van de burgeroorlog in Syrië. Wat begon als de Syrische Opstand met vreedzame protesten voor politieke hervormingen en meer burgerrechten veranderde al snel in een grootschalige burgeroorlog. Die oorlog kostte inmiddels 400.000 mensen het leven. Op een totaal van 17miljoen burgers zijn er inmiddels bijna 5 miljoen gevlucht en bijna 9 miljoen ontheemd (cijfers UNHCR). Volgens  Filippo Grandi, de Hoge Commissaris van UNHCR, is  “Syrië de grootste humanitaire en vluchtelingencrisis van onze tijd. Het lijden van miljoenen mensen zou moeten leiden tot een golf van solidariteit en hulp vanuit de hele wereld.” Dat alles zien wij zo ongeveer voor onze ogen gebeuren. Maar de Europese landen doen die het liefst dicht. Europa sluit zich af, onder druk van nationalistisch populistische partijen en groepen. Europa verwijt Turkije van alles en nog wat en met reden. Maar in de uitvoering van de vluchtelingenovereenkomst met Turkije is de Europese Unie zelf niet serieus. Volgens de bedenker van de deal, de Oostenrijker Gerald Knaus, is de overeenkomst een Jenga-toren, die elk moment in elkaar kan duvelen. Hij blijft pleiten voor een vluchtelingenpolitiek, die een goede balans vindt tussen “empathie” en “controle”. Dus ofwel, we vangen de vluchtelingen zelf op en geven hen goed en snel duidelijkheid over status, ja of nee, maar dat willen we niet. Ofwel, we stellen derde landen, zoals Turkije echt in staat voor een werkelijk humane opvang te zorgen. Voor een werelddeel, dat de waarden van vrijheid, democratie en mensenrechten nog altijd met verve uitdraagt, zit er niks anders op. Willen we tenminste onszelf recht in de ogen blijven kijken. Of zoals mijn moeder, die een wijze vrouw is, zegt: “Toen wij moesten vluchten vanwege het bombardement, werden wij ook opgevangen, Dick”. Op talloze plaatsen zullen dan nog vele films afkomen.