Een nieuw verhaal over hoe anders

door Dick Couvée

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar het zit in de lucht. Een soort gevoel als zou 2017 een rampjaar gaan worden. De lijn van denken is ongeveer als volgt: in nogal wat Europese landen, Duitsland, Frankrijk, Nederland onder andere, vinden verkiezingen plaats. Die worden gewonnen door populistische partijen. Die zullen het Europese samenwerkingsproject nog verder gaan ondergraven, grenzen herintroduceren, de euro afschaffen en nog meer nationale exits uit de Europese Unie gaan organiseren. Daarmee verzwakt de Europese Unie verder en wordt deze, nog meer dan nu, een speelbal voor ondemocratische en autoritaire regimes als in Rusland en Turkije en voor grote multinationale ondernemingen en banken.

Ik zeg niet dat een dergelijk scenario ondenkbaar is, of dat de angst daarvoor ook mij niet zou bekruipen. Ik houd mijzelf alleen steeds voor, dat angst hoe dan ook een slechte raadgever is. Dat zich, zeker ook in Europa, veel vaker situaties hebben voorgedaan waarin alles wat maar stabiliteit en houvast kon geven aan de levens van mensen, onder je handen leek af te brokkelen. Vorige week in Die Zeit een interview met de historicus Joachim Radkau, die al in 1998 een boek schreef onder de titel: ‘Das Zeitalter der Nervösität’. Hij vond onder meer een pamflet van een extreemrechtse groepering, van vóór 1914, waarin staat geschreven: “Überall Unsicherheit, überall Schwäche, überall Angst, Angst, Angst!” (overal onzekerheid, overal zwakte, overal angst, angst, angst)1. Van de Engelse historicus Arnold Toynbee heb ik geleerd dat de werkelijkheid van politiek en maatschappij altijd een kwestie is van ‘challenge and response’. Het gaat er dus om dat wij met elkaar niet als bange haasjes verstard in het verblindende licht van de lamp van de stroper blijven zitten, om vervolgens onze nek omgedraaid te krijgen en in de zak van stroper te verdwijnen. Het gaat erom de ‘challenge’ van nu te voorzien van een adequate ‘response’. Het gaat erom de angst en onzekerheid van zo ontzaglijk veel mensen in onze samenlevingen weg te nemen. Angst en onzekerheid, die vooral veroorzaakt zijn door een onverwoestbaar, maar ongefundeerd geloof van de elites in de positieve werking van globalisering en van de utopie van de vrije markt. Het gaat om een nieuw, inspirerend, richtinggevend verhaal, waarin de democratie-ontwrichtende en sociale ongelijkheid stimulerende effecten van het internationale en nationale economische beleid van de afgelopen veertig jaar worden onderkend en erkend, en tegelijk hoopvolle en overtuigende wegen worden gewezen om uit de penibele situatie van nu te geraken. Hoopvol, omdat zij het vertrouwen van mensen herstellen.

Hoopvol, omdat zij gebouwd zijn op de gedachte dat iedereen telt. Hoopvol, omdat werkelijk iedereen – en dus ook de grote, transnationale ondernemingen en banken – naar draagkracht dient bij te dragen, moreel, spiritueel, economisch, financieel. Hoopvol, omdat eindelijk weer het publieke belang voorop staat in plaats van het private. Hoopvol, omdat het gaat over een ander Europa (wij kunnen helemaal niet zonder Europa), dat de belangen van de mensen dient in plaats van de belangen van de grote, transnationale ondernemingen en banken. Zij hebben niet anders gedaan dan globalisering voor te stellen als een natuurkracht. Onze politici hebben in het verlengde daarvan niet anders gedaan dan hun besluiten uit te leggen als: er is geen alternatief. Kletskoek. Het kan wel degelijk anders. En dus nu niet jammeren en ach en wee roepen. Voor de ‘challenge’ om dáárop een goede ‘response’ te vinden, staan we nu. Aan de slag dus.

In zijn laatste boek ‘Global inequality: A new Approach or the Age of Globalisation’ toont de Wereldbankeconoom Branko Milanovic aan wie er sinds de jaren tachtig hebben geprofiteerd van globalisering en wie nauwelijks of niet. Wat hij heeft gevonden, liegt er niet om: het zijn vooral de middenklasse in de relatief arme Aziatische landen en ‘s werelds superrijken (de beruchte “1%”) die hebben geprofiteerd. De (lagere) middenklasse in het relatief rijke Westen zag haar welvaart niet of nauwelijks toenemen. De ongelijkheid in Europa en de Verenigde Staten namen dan ook fors toe. Volgens onderzoek in Groot-Brittannië zijn de dertigers van nu half zo rijk als de dertigers van de jaren zeventig. Volgens onderzoek in Nederland kan een boete van 35 euro, die een dakloze uit de Pauluskerk heeft gekregen omdat hij of zij een keer geen kaartje voor het openbaar vervoer had, na vijf jaar oplopen tot tussen 1500 en 2000 euro. Ophouden met het eindeloze, haat, verdeeldheid en angst zaaiende gezeur, dat vluchtelingen, buitenlanders, de Islam, sociaal misbruikende ‘uitkeringstrekkers’ of wat dan ook wat niet blank en ‘hardwerkend’ is, onze welvaart en democratie zouden bedreigen. Deze nieuwe sociale kwestie van de 21e eeuw, de bewust georganiseerde wereldwijde ongelijkheid tussen arm en rijk, met almaar groeiende schuldenlasten, die bedreigt ons. Dat is de kern van ons probleem, van onze

‘challenge’. Hoe we dat probleem oplossen, dat zal dan ook de kern moeten vormen van onze ‘response’, van het nieuwe verhaal over hoe anders, en dan met en voor ons allen. Het zal een verhaal zijn van het stellen van duidelijke grenzen en voorwaarden aan economische groei, globalisering en schulden. Door een politiek die, namens ons allemaal, weer politiek gaat bedrijven in plaats van economie. Een verhaal van de onvoorstelbare waarde van het publieke belang en van privaat belang dat dat dient, en niet andersom. Een verhaal dat trekken vertoont van het bijbelse alternatief en perspectief voor onze samenlevingen uit Leviticus 19: “Dat vijftigste jaar moet een heilig jaar voor jullie zijn, gewijd aan de Ene. Dan zul je voor alle bewoners van het land vrijdom afkondigen. Het is het jubeljaar, waarin ieder van jullie zijn vroegere bezit terugkrijgt en terugkeert binnen de kring van zijn familie.” Voor wie er zo naar kijkt, wordt 2017 geen rampjaar, maar juist een kans voor nieuw en anders.