Een humaan vluchtelingenbeleid

Omdat Europa zichzelf recht in de ogen moet kunnen zien

door Dick Couvée

Volgens de berichten weigerde GroenLinks-voorman Klaver kortgeleden deelname aan een nieuw kabinet, met name vanwege fundamentele verschillen van inzicht over
het te voeren migratiebeleid. Over wat daar allemaal speelde, hoorden we niet veel. Maar een paar dingen werden wel duidelijk. Vooral de overeenkomst met Turkije, waarbij de Europese Unie in feite een fors deel van haar vluchtelingenbeleid uit handen geeft en laat uitvoeren door een land waarvan de democratische signatuur en de wijze van omgang met vluchtelingen inmiddels ernstige vraagtekens oproept, zou Klaver een doorn in het oog zijn geweest. Ook omdat een dergelijke overeenkomst – onder de voortdurend gebruikte mantra: “opvang in de regio” – weleens model zou kunnen staan voor een volgende ‘deal’, namelijk met Libië. Een gebied waarvan eigenlijk niemand precies weet wie het daar voor het zeggen heeft. Daarnaast zou voor Klaver het ter discussie stellen van (de verplichtingen van Nederland onder) het Vluchtelingenverdrag een brug te ver zijn geweest.

Door velen werd Klaver vervolgens overladen met pek en veren en weggezet als een onervaren, politiek wat naïeve beginneling. Volgens demissionair minister-president Rutte was het zo, dat: “Het is op iets vastgelopen waar zelfs de meest linkse regering in Europa mee kan instemmen.” Klaver zelf gaf aan: “We willen graag regeren, maar niet tegen elke prijs.” “De buitengrens (van de Europese Unie) is, zoals wij dagelijks zien, inmiddels met afstand de dodelijkste grens op aarde. Van alle migranten die wereldwijd zijn omgekomen, sterft driekwart aan de poorten van de Europese Unie. Die draagt daarmee een grote verantwoordelijkheid voor deze ‘dood door beleid’ (…).

In totaal zijn er tussen 1993 en 2015 meer dan 31.000 migranten omgekomen, van wie de meesten door verdrinking.” Een schokkend citaat uit een recent verschenen boek: ‘Voorbij Fort Europa’, van de hand van twee migratiedeskundigen: Henk van Houtum en Leo Lucassen. Een voortreffelijk gedocumenteerd boek, dat migratie bewust zet in een nuchter historisch en geografisch perspectief. Gebaseerd op feiten, dus. Niet op emoties en angstbeelden, zoals die helaas door een steeds grotere groep politici steeds meer worden gehanteerd. Zelfs voor het CDA schijnt het Vluchtelingenverdrag tegenwoordig ter discussie te staan. Een hele generatie van christen-democratische politici draait zich om in zijn of haar graf. Het boek is een groot pleidooi voor normalisering en nuancering van onze kijk op migratie. Een paar voorbeelden. Doe niet net alsof migratie iets is waarmee alleen onze samenlevingen worden geconfronteerd, zeggen de schrijvers.

Migratie is van alle tijden en de aantallen migranten waren niet minder groot. Maak niet zo’n ophef over de vluchtelingen nu. Tussen 1990 en 2000 kwamen er veel meer vluchtelingen naar West-Europa en Nederland dan de afgelopen vijf jaar. Er was in de jaren 2015 en 2016 ook geen sprake van ‘tsunami’s’ of ‘crisis’, als het om vluchtelingen naar West-Europa gaat. De schrijvers noemen het voorbeeld van het verscheurde Syrië. Van de mensen die in 2015 en 2016 naar West-Europa en Nederland vluchtten was het grootste deel afkomstig uit Syrië. Van het totaal aantal Syriërs waren er in 2016, 7 miljoen vluchteling in eigen land. 5 miljoen zochten hun toevlucht in de buurlanden. Naar de Europese Unie kwamen er uiteindelijk 1 miljoen. Daarvan 45.000 naar Nederland. Als er al sprake was van een ‘tsunami’, dan in Syrië zelf of in de buurlanden. Zeker niet in Nederland. Een van de stellingen van het boek is, dat de geschiedenis van migratie en grensbeleid laat zien dat het onbehagen over immigratie bij de bevolking “in belangrijke mate afhangt van de manier waarop overheden en andere gezaghebbende instanties zich opstellen (…).” Wie kaatst door voortdurend uit te stralen dat het om een groot probleem gaat, kan de bal dus terug verwachten. Dat is precies wat er gebeurt rondom vluchtelingen, binnen de Europese Unie, in Nederland. In plaats van voortdurend mee te deinen op de golven van vreemdelingenfobie en anti-islamstemming, zouden de politiek verantwoordelijken in de Europese landen er veel beter aan doen, vind ik, werkelijk leiding te geven. Angstbeelden ontmaskeren op basis van de feiten. Zelf niet bang zijn en de angstgevoelens bij de mensen niet opkloppen, maar kleiner maken. Dat was precies wat Angela Merkel probeerde met haar inmiddels beruchte uitspraak: “Wir schaffen das.”

Zij is erom verguisd. Maar volgens mij deed zij toen het enige wat op dat moment van werkelijke politici werd gevraagd: rustig blijven en vasthouden aan de waarden waarin Europa zegt te geloven, juist als het moeilijk wordt. Tegen haar achterban zei zij: “Het idee bij de oprichting van de CDU was, dat een partij haar basis vindt in de door God gegeven waardigheid aan ieder afzonderlijk mens. Dat betekent, dat er op dit moment geen mensenmassa naar Duitsland komt, maar individuen.” O, als onze politici eens het lef hadden om daarin standvastig te blijven.
Dat zou werkelijk helpen.