Van Terugkeer en Vertrek naar Toekomst en Vertrouwen

door Dick Couvée

“Vertrouwen in de toekomst”. Zo luidt de titel van het regeerakkoord van het nieuwe kabinet. Wie had gehoopt dat dit regeerakkoord iets van “vertrouwen in de toekomst” zou brengen voor de mensen zonder verblijfspapieren in Nederland, komt bedrogen uit. Voor de “gewone” Nederlanders, ja, wellicht. Voor de mensen zonder verblijfspapieren, nee. Het akkoord ademt volop traditioneel Haags denken. De werkelijkheid van de vreemdeling wordt in feite teruggebracht tot twee mogelijkheden: verblijf of terugkeer. Vooral terugkeer. En: wie niet terugkeert, wíl blijkbaar niet terugkeren. Onder het kopje “Effectieve terugkeer” zegt het akkoord: “Als in rechte vaststaat, dat iemand geen verblijfsrecht in Nederland heeft, wordt hij teruggebracht naar het land van herkomst. Dat kan in de praktijk op problemen stuiten, omdat de bereidheid van de uitgeprocedeerde asielzoeker om mee te werken ontbreekt, dan wel omdat de bereidheid van landen van herkomst om mee te werken ontbreekt.” Vervolgens wordt aangekondigd dat de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) er ambtenaren bij krijgt om “een hoger aandeel aantoonbaar vertrek” te realiseren. Verder moet “intensiever casemanagement” leiden tot een hoger zelfstandig vertrek.

Niets nieuws, weinig vertrouwen, weinig toekomst onder de zon, dus, in “Den Haag”. Men blijft daar denken dat het gedrag van de mensen zich laat modelleren volgens de Haagse mal: wij zien alles als een managementprobleem, zo gaan we er dus ook mee om. Wie zich niet gedraagt, zoals wij in Den Haag denken dat moet, is een onwillige. En onwilligen moeten gestraft. Zo lossen wij de problemen op. Het probleem met het Nederlandse vreemdelingenbeleid is alleen dat men al jaren zo naar mensen kijkt en al jaren probeert “het probleem” zo op te lossen, maar dat dat aantoonbaar niet lukt. Het terugkeerbeleid is een mislukking en in feite vastgelopen. In de versluierde taal van het regeerakkoord wordt dat feitelijk ook toegegeven: DT&V moet immers “een hoger aandeel aantoonbaar vertrek” realiseren. Bij die dienst gaat het immers om Terugkeer en Vertrek. Niet om Toekomst en Vertrouwen.

Laten die twee woorden: Toekomst en Vertrouwen volgens mij nou net de sleutel zijn voor het vinden van een uitweg uit het compleet vastgelopen vreemdelingenbeleid en dan vooral het terugkeerbeleid. En niet alleen volgens mij. Hetzelfde kan je concluderen uit een aantal initiatieven tot verbetering en verandering van het vreemdelingenbeleid op lokaal niveau die inmiddels op gang zijn gekomen. In Amsterdam, Utrecht, Groningen, ook in Rotterdam. Dat kan je ook concluderen uit de manier waarop de Pauluskerk en andere hulporganisaties al jaren proberen om te gaan met de mensen in kwestie. De kernwoorden daarbij zijn: waardigheid van de persoon in kwestie, bouwen aan perspectief en toekomst, vertrouwen. En dus niet: deze vreemdeling is een rotzak die niet wil oprotten. Dat zie je aan het feit dat hij of zij Nederland niet binnen de gestelde termijn verlaat. En rotzakken moet je met gelijke munt betalen. Wie rot doet, rot ontmoet. Zo simpel is dat. O, ja? Ga eens bij uzelf na. Wat zou u doen als er impliciet of expliciet zo met u wordt omgegaan? Tien tegen één dat u denkt: o, ja, als jij zo naar mij kijkt, als jij mij op geen enkele manier serieus neemt in wie ik ben of wat ik kan, zie ik geen enkele reden om ook maar wat dan ook te doen wat jou zou bevallen. Dat is precies de uitzichtloze situatie waarin we nu al jaren zitten. Wil je daar iets aan doen, dan moet je helemaal weg uit het denken in termen van Terugkeer en Vertrek. Richting denken en doen in termen van Toekomst voor en Vertrouwen in de mensen in kwestie. Een Dienst van Toekomst en Vertrouwen, die moeten we hebben en die dan als onderdeel van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Logisch toch als het blijkbaar gaat om “vertrouwen in de toekomst”?! En dan graag niet alleen voor de “gewone“ Nederlanders. Maar – vrij naar artikel 1 van de Grondwet -: “voor allen die zich op het grondgebied bevinden”. Dus ook voor de mensen zonder verblijfspapieren.

Hoe ziet dat vreemdelingenbeleid, gebaseerd op Toekomst en Vertrouwen, er dan verder uit?

Een paar elementen:

  • Er komt geen landelijke BBBB-regeling. De gemeenten gaan het doen. Een aantal van hen krijgt twee jaar lang de ruimte om te experimenteren met de uitvoering van vreemdelingen- en BBBB-beleid nieuwe stijl. Die experimenten worden betaald met rijksgeld.
  • Uitgangspunt bij die experimenten is de waardigheid en het bouwen aan perspectief van de vreemdeling. Die wordt niet langer gezien als een rotzak die hier wil teren op andermans geld, maar als iemand die iets wil en kan en daarop ook aanspreekbaar is.
  • Het perspectief kan drie vormen aannemen: verblijf in Nederland, terugkeer of buitenschuld. Op basis van een persoonlijk plan wordt daar consequent aan gewerkt, zowel door de persoon in kwestie als door de betrokken instanties, overheid en hulporganisaties. Elk plan wordt uitgevoerd ten einde toe. In het geval van terugkeer worden systematisch alle belemmeringen weggenomen, sociaal, financieel, opleiding etc. Het gaat erom dat iemand “met opgeheven hoofd” teruggaat en weer een bestaan daar kan opbouwen.
  • De wettelijke mogelijkheid van buitenschuldverklaring wordt weer in ere hersteld. Wie echt niet terug kan, wordt daarin serieus genomen en krijgt een tijdelijke verblijfsvergunning.
  • Er wordt maximaal gebruik gemaakt van de kennis en ervaring van de hulporganisaties. Zij kennen de mensen het best. Zij zijn geen verlengstuk van het overheidsbeleid, maar doen vrijwillig mee om perspectief mogelijk te maken.
  • De rijksdiensten IND en DT&V gaan zich dienstbaar opstellen. Ook zij zijn dienstbaar aan het “grote doel”: het bereiken van perspectief voor de vreemdeling.
  • De burgemeesters krijgen, vanuit hun lokale verantwoordelijkheid en kennis, een zeer invloedrijke stem bij het effectueren van het afgesproken perspectief.
  • Als we dat met elkaar zouden kunnen vormgeven, dat zou pas werkelijk “Vertrouwen geven in de Toekomst”.