Het gaat om liefde en verder niets.

“Liefde. Het gaat om liefde en verder niets. Daar leef ik voor. Liefde is er altijd en overal. Het is er als je je hart opent. Liefde en genade. Net liep ik naar boven. Ik had honger, bezocht het toilet en liep het Open Huis binnen. Daar lag een appel. Dat is pure genade.
Toen in detentie zat heb ik me laten dopen. De nacht ervoor droomde ik dat er iemand naar me toe kwam met een grote bos rozen in zijn hand. De Pauluskerk is een huis van rozen. Een huis van liefde. Mensen stellen hun hart open voor anderen. Ik zie hoe mensen hier elke dag rozen uitdelen. Elke keer dat de voordeur open gaat is er een groot boeket.
Binnenkort dient mijn zaak bij de Raad van State. Dan hoor ik of ik toch in Nederland mag blijven. Tweeëntwintig jaar geleden vroeg ik een verblijfsvergunning aan. Mensen uit het asielzoekserscentrum waar ik was zeiden: ’je moet de waarheid niet vertellen! Verzin een verhaal, dan maak je meer kans.’ Ik was heel bang dat ik terug moest, dus stom genoeg luisterde ik naar hen. Later heb ik de waarheid verteld, maar toen was het te laat.
Wat gebeurd is is gebeurd. Ik leef zo goed mogelijk. Ik heb een zoon van 17 die ik regelmatig kan zien. De zon die door het raam naar binnen schijnt is een vriendelijk gebaar. Ik geniet van wat de dag brengt. Ik zing en maak muziek. Ik volg gitaarlessen en treed op tijdens het Paulus Podium, doe vrijwilligerswerk en probeer mensen vooruit te helpen. Zo hoop ik meer liefde in de wereld te brengen.
Ik heb hart voor mijn stad, Rotterdam. Ik wens mijn stad het beste toe. Een veilige stad, met saamhorigheid. Ik zeg: ‘Jezus voor Rotterdam, Rotterdam voor Jezus’.”