“Relax, man”. Over het Europese vluchtelingenbeleid

(door: Dick Couvée)

In het prachtige verhaal ”De buste van de Keizer” van Joseph Roth zegt de hoofdpersoon, graaf Morstin, aan het eind: “Daarom haat ik naties en nationale staten. Alleen mijn oude vaderland, de monarchie, was een groot huis met vele deuren en vele kamers, voor vele soorten mensen. Dat huis is opgedeeld, gesplitst, vernietigd. Ik heb daar niets meer te zoeken. Ik ben gewend in een huis te wonen, niet in een hok”. Het verhaal speelt na de Eerste Wereldoorlog en het uit elkaar vallen van de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije. Oostenrijk-Hongarije was een multinationale staat, met een zeer groot aantal verschillende etnische groepen op zijn grondgebied. Dat “grote huis” was niet de hemel op aarde, maar voor een aantal groepen gold een zekere mate van autonomie. Zo konden de Tsjechen in dat “grote huis” hun eigen taal spreken, leerden die op eigen scholen en hadden een eigen universiteit.

Wie naar de Europese “mini-top” van afgelopen weekend over de omgang door Europa met vluchtelingen kijkt, kan zich bijna niet aan het idee onttrekken, dat iets dergelijks voor de Europese Unie dreigt als destijds met Oostenrijk-Hongarije. De nationalistische krachten worden zo sterk, dat de boel uit elkaar valt. Hoe samen verantwoordelijkheid te nemen voor de opvang van vluchtelingen ?, dat is het heikele punt bij uitstek. Crisissfeer, topoverleg. Terwijl voor crisissen op dit moment objectief gesproken totaal geen aanleiding is. De aantallen vluchtelingen naar Europa zijn enorm gedaald, zeker als je vergelijkt met 2015. Er is dus meer aan de hand.

Afgelopen woensdag 21 juni was het Wereldvluchtelingendag. Voor Pauluskerk en Theater Rotterdam aanleiding om aandacht te vragen voor het vluchtelingenvraagstuk. Even een paar feiten op een rijtje. Volgens de UNHCR waren in 2017 68,5 miljoen mensen ontheemd. Meer dan ooit na de Tweede Wereldoorlog. Elke 2 seconden slaat er ergens op aarde iemand op de vlucht. Van al deze mensen wordt 80% opgevangen in een buurland of in de region. Turkije spant de kroon, als het gaat om opvang. Het biedt op dit moment plaats aan zo’n 3,5 miljoen vluchtelingen. Van de Europese landen neemt Duitsland op dit moment de meeste vluchtelingen op: zo’n 1 miljoen. Het aantal asielaanvragen in Europa bedroeg circa 725.000 in 2017, in Nederland zo’n 15.000. Het vluchtelingenvraagstuk is zeker iets om van wakker te liggen. Het aantal asielaanvragen in Europa zeker niet. En toch crisis binnen de EU !?

Die crisis heeft de EU toch vooral aan zichzelf te danken. Steeds meer is er in het denken over vluchtelingen een koppeling gekomen tussen (irreguliere) migratie en veiligheid. Let wel: de veiligheid van Europese burgers. Niet die van de vluchtelingen. Hoe langer ik er over nadenk, hoe meer ik tot de conclusie kom, dat hier dat oude spreekwoord geldt: “wie wind zaait, zal storm oogsten”. Al jaren lang buitelen politici en beleidsmakers over elkaar heen om in steeds sterker termen het “gewone” feit van het migreren of de vlucht van mensen te beschrijven in termen van ernstige problematiek. Het gaat om wat Henk van Houtum noemt: “watertaal”. “Stromen” of “golven” of zelfs “tsunami’s” van vluchtelingen, “dijken opwerpen”, “indammen”. Als er op jaarbasis sprake is van 15.000 asielaanvragen in Nederland is er hoe dan ook op geen enkele wijze sprake van “stroom” of “tsunami”. Al was het alleen maar, omdat niet elke asielaanvraag ook asiel betekent. En er, behalve mensen in, ook mensen Nederland uitgaan. Er is bestaat ook nog zoiets als emigratie. En dan is er ook nog de “zoektaal”. Vluchtelingen zijn ”gelukszoekers”. Alsof wij mensen dat niet allemaal zijn. Als wij westerlingen migreren noemen wij onszelf geen gelukszoeker. Maar: “expat”, “kennismigrant”, “avonturier” of “pensionado”.

“Relax, man”. Dat zou wat mij betreft voorlopig maar eens de receptuur voor Europa moeten zijn. En dan met een paar echte Europese ijkpunten. Als Europa zichzelf ziet als de kampioen van democratie, rechtsstaat, menselijke waardigheid en mensenrechten, graag. Daar begint het binnen Europa steeds meer te knellen. Maar niet alleen zeggen, dan vooral ook doen. Wat wij van het grootste belang vinden voor de mensen binnen Europa, geldt dus ook voor de mensen (van) buiten Europa. Het betekent ophouden met steeds verder rommelen aan de uitgangspunten van het Vluchtelingenverdrag. En het betekent ontstressen. Ophouden de Europese buitengrens steeds scherper te formuleren, die militair te bewaken en vluchtelingen en migranten uit Europa te houden. Het betekent migratie en vluchtelingen weer leren zien als een “fact of live”. En daarin onze verantwoordelijkheid te nemen. Overeenkomstig onze eigen ijkpunten. Daarin geloven wij immers.