In maart sloegen veel Nederlanders aan het hamsteren. Het resultaat: supermarkten vol lege schappen. Dat raakte vooral de allerarmsten, waaronder de ongedocumenteerde vluchtelingen en de arbeidsmigranten. Nergens meer goedkopere merken te krijgen. Geen Voedselbankpakketten en geen werk meer om in het eigen onderhoud te voorzien, want werk is voor deze mensen de afgelopen maanden op grote schaal weggevallen.
Veel mensen zonder geldige papieren werken zwart, in de schoonmaak, als oppas, of in de bouw. Arbeidsmigranten doen vaak ‘vuil’ werk, in onzekere, tijdelijke contracten, onder slechte omstandigheden en in gammele, krappe huisvesting: in de kassen, de havens, de bouw of in de vleesverwerkende industrie. Een ‘schaduwsamenleving’ van mensen met geen of weinig rechten, die niettemin flink bijdraagt aan ‘onze’ welvaart.
Veel mensen zonder geldige verblijfspapieren zitten vast in een uitzichtloze positie. Sommigen mogen hier niet blijven, maar kunnen niet terug naar waar ze vandaan komen, bijvoorbeeld omdat ze niet kunnen bewijzen wie ze zijn, of omdat het land van herkomst hen niet als staatsburger accepteert. Anderen – de arbeidsmigranten – konden vanwege Corona niet terug naar land van herkomst, of wachten hier op werk, dat de afgelopen maanden op grote schaal is weggevallen. Onder hen ook gezinnen met kinderen. Veel mensen leven een marginaal bestaan. Ze komen rond van enkele tientjes per maand, volledig afhankelijk van de goodwill van anderen.