Een vangnet onder het vangnet

door: Dick Couvée

Onthamsteren. Onder die titel voerden we afgelopen 20 juni op Wereldvluchtelingendag actie voor de mensen zonder verblijfspapieren en de arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa in de regio Rijnmond. Kern van de actie: vlak voor de coronacrisis sloegen veel mensen extra voedsel en gebruiksartikelen in, want je weet maar nooit. Veel van dat alles stond inmiddels ongebruikt in de kast. Wat is er beter dan ongebruikt voedsel om te zetten in gebruikt voedsel en daarmee andere mensen te helpen ?! En dus zamelden we die zaterdag met elkaar enthousiast pasta, rijst, linzen, pot- en blikgroenten, tandpasta, zeep, shampoo en dergelijke in om voedselpakketten te maken voor andere mensen in nood. Met de actie raakten we duidelijk een gevoelige snaar. Een flinke groep Rotterdammers bracht hun waren naar de Pauluskerk. Het aantal mensen dat geld aan de Pauluskerk doneerde was nog veel groter. Het nieuws over “Onthamsteren” vond zijn weg naar de regionale en de landelijke pers. Andere hulporganisaties in het land belden of ze het idee ook mochten gebruiken. Ja, natuurlijk.

Steeds duidelijker wordt, dat corona veel meer inhoudt dan een ziekte die onder ons mensen heeft huisgehouden. Het is de stilte voor de storm. Veel mensen raakten inmiddels hun baan kwijt en nog veel meer zullen volgen. Dat geldt voor de mensen met de Nederlandse nationaliteit, werkend op een flex- of nulurencontract, de zzp-ers. Maar het geldt des meer voor de mensen, die er sociaal en economisch nog veel zwakker voorstaan dan zij. De mensen die ongedocumenteerd zijn: vluchtelingen en arbeidsmigranten uit de landen van Afrika en Azië. De arbeidsmigranten uit de landen van Midden- en Oost-Europa. De mensen zonder verblijfspapieren staan het meest zwak. Het is hen in Nederland verboden te werken voor de kost. Zij werken natuurlijk wel, maar zijn veroordeeld dat te doen ergens in de schemerzone van de economie. Als schoonmaker, oppas, in de bouw en in de haven. Hetzelfde geldt, zij het in mindere mate, voor de arbeidsmigranten uit landen als Polen, Bulgarije, Hongarije, Roemenië. Een recent groot artikel in Trouw onder de titel “Moderne slavernij in het Westland” laat zien hoe zwak hun positie is op de arbeids- en woningmarkt. Velen van deze mensen doen werk, dat essentieel is voor de economie en welvaart van Nederland. De KLM’s van deze wereld worden ogenblikkelijk gered, zelfs als zij geen enkele reserve hebben opgebouwd voor magere jaren. Als het gaat om het bieden van bestaansbescherming en -zekerheid aan deze mensen geeft Nederland niet thuis. Voor hen geldt eenvoudigweg: geen werk, geen geld, geen eten, geen huis.

Het is om die reden, dat we besloten hebben de actie “Onthamsteren” door te zetten en structureel te maken. De mensen zonder verblijfspapieren en de werkers uit Midden- en Oost-Europa mogen geen gebruik maken van de steun van de Voedselbank. Zij zijn geen Nederlanders met rechten als Nederlanders. Dus ! En dus werken we nu als Pauluskerk toe naar een “Voedselbank” voor de mensen, voor wie de Voedselbank niet is bedoeld. Het gaat om een vangnet onder het vangnet. Willen we dat ? Nee. In een welvarend land als Nederland, waar het geld bij velen tegen de plinten klotst, zijn het bestaan en de noodzaak van zoiets als een Voedselbank een gotspe. We willen het niet, maar we gaan het wèl doen. Onder protest. Om gewoon te doen wat ons te doen staat: helpen waar geen andere helper is. Wie geen eten heeft, kan niet leven. Zonder een minimum van bestaan gaat het niet. En dus een “Voedselbank”, te eten geven. En tegelijk een “Voedselbank” als teken aan de wand en als instrument voor maatschappelijke actie. Wij willen als Pauluskerk niet leven in een land waar Voedselbanken moeten worden opgericht, omdat de overheid en samenleving als geheel hun verantwoordelijkheid niet nemen. Zelfs niet voor die honderduizenden mensen, die hier zijn en in “moderne slavernij” het werk moeten doen dat aan de basis ligt van de Nederlandse welvaart en “trots”. Stank voor dank, heet zo iets. En ik houd niet van stank voor dank.