De grote mars van de terugkeer

(door: Dick Couvée)

En weer laait het geweld tussen de Israëlische staat en de Palestijnen op. En het zal niet ophouden, totdat er recht is gedaan aan de rechten van de Palestijnen. Tot nu toe wordt er vooral recht gedaan aan de rechten van de sterkste, door toedoen van de Israëlische staat, met name het Israëlische leger. Weer gaat het om wat doorgaans is gaan heten de Gaza-strook. Een gebied langs de kust met een aantal steden, waarvan Gaza-stad de belangrijkste is. Er wonen op een oppervlakte van 360km2 bijna 1,9 miljoen mensen, die er niet in of uit kunnen, vooral niet eruit. Stel u even voor wat alleen al dat aantal mensen op zo’n kleine oppervlakte betekent voor het leven van de mensen daar. Al eerder was er veel geweld. Volgens Israël, als altijd, proportioneel. Volgens velen disproportioneel. Bij de grote Israelische militaire aanval “Operation Cast Lead” kwamen ruim 1300 Palestijnen om het leven en werden enorme verwoestingen aangericht aan huizen en gebouwen. Ik heb die verwoestingen met eigen ogen gezien en de hopeloosheid van mensen zonder huis en haard. In 2014 was er opnieuw geweld, nu in de vorm van de “Operation Protective Edge”, gericht op het opblazen van de tunnels. Ongeveer 200 onschuldige mensen kwamen om het leven, de stad Rafah werd op “zwarte vrijdag” gebombardeerd, honderden huizen, gebouwen, een ziekenhuis en een VN-school werden verwoest. Volgens Amnesty International was er sprake van een oorlogsmisdaad. Eerlijk gezegd kan ik mij bij dergelijke door een professioneel leger veroorzaakte verwoestingen weinig proportionaliteit voorstellen. Ook in de huidige situatie, waarin inmiddels 44 doden zijn gevallen, rond de 1000 gewonden, waarvan 178 door scherpe munitie. En dat terwijl er sprake is van mensen die demonstrerend optrekken in de richting van een hek, dat de grens vormt van hun gevangenis. De grootste open lucht gevangenis op aarde. Vanwege de vrijwel totale militaire blokkade beschouwen de Verenigde Naties  de Gazastrook als door Israël bezet gebied.

Leven in de Gazastrook is de hel. Ik heb het met eigen ogen gezien. Sinds de blokkade 11 jaar geleden begon, is leven in Gaza vooral geen leven, maar overleven. Doordat Israël de invoer van alles volledig controleert, van bouwmaterialen tot en met toiletpapier, wordt de mensen in Gaza op geen enkele manier de kans geboden hun leven op te bouwen. De economie ligt vrijwel volledig plat. De werkloosheid bedraagt bijna 60%, vissers mogen niet verder dan zes mijl uit kust hun bedrijf uitoefenen. Er is een voortdurend tekort aan drinkwater. Mensen in Gaza leven ook vooral in het duister. Er is een ernstig tekort aan electriciteit, omdat Israël daartoe geen mogelijkheden biedt. Israël kan als bezettende macht de situatie in een handomdraai ten goede veranderen. Het gebeurt niet. Wie van ons zou onder dergelijke omstandigheden niet demonstreren op zijn minst of in verzet komen ?!

De kern van de kwestie is de Israëlische bezetting en kolonisering van Palestijns gebied, die gepaard gaat met schendingen van een groot aantal rechten van de Palestijnse bevolking, die onder die bezetting leven. Ook Palestijnen maken zich soms schuldig maken aan schendingen van het recht. Die staan echter in geen verhouding tot de Israëlische onderdrukking van miljoenen Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever, in Oost-Jeruzalem en in Gaza[1].

Volgens het internationale recht hoort een bezetting “tijdelijk” te zijn. In het geval van de bezette Westelijke Jordaanoever en eigenlijk ook van Gaza is daarvan allang geen sprake meer. Een bezettende macht heeft een aantal rechten, uiteraard. Maar vooral ook plichten, omdat de het bezette gebied geen andere overheid kent dan de bezettende macht. Tot die plichten hoort in ieder geval en overduidelijk de zorg voor het welzijn van de bevolking, garanderen van haar veiligheid, levensmiddelen, medicijnen, medische faciliteiten. Dat daarvan in het geval van Israël geen sprake is, moge duidelijk zijn. Er is volop sprake van de schending van international (humanitair) recht.

Ik hoor in het nieuws voortdurend, dat het huidige protest zou worden georganiseerd door de “terroristen” van Hamas. De feiten zijn anders. “De grote mars van de terugkeer” wordt niet alleen georganiseerd door Hamas, maar door een breed front van Palestijnse organisaties. En dan die eeuwige mantra: “terroristen” van Hamas. Mijn grootvader en vader zaten in het verzet tijdens WO II. Zij beschouwden het als hun plicht zich te verzetten tegen een macht die hun land bezet hield gebaseerd op de gedachte van het recht van de sterkste en de dood van talloze onschuldige burgers, in Nederland en daarbuiten. Zij zaten “in het verzet” en wij noemen hen met ere. De mensen van de Gazastrook verkeren in een vergelijkbare situatie. Verzet tegen de mensonterende omstandigheden in de Gazastrook is hun plicht. Ook zij zitten “in het verzet”.

Israël viert 14/15 mei a.s haar onafhankelijkheidsdag. Haar recht op bestaan onder de zon. Op 15 mei a.s. herdenken de Palestijnen de Nakbah (“de catastrofe”), de vlucht en verdrijving in 1948 van circa 700.000 Palestijnen van hun grond en de verwoesting van ruim 500 van hun dorpen. Van werkelijke onafhankelijkheid van Israël kan geen sprake zijn, als de rechten van de Palestijnen niet worden erkend en gehonoreerd. Ook voor de Palestijnen geldt onverkort dat (goddelijke) recht onder de zon[2].

[1] Zie ook de website van Human Rights Forum

[2] Op 14 mei 1948 werd de staat Israel geproclameerd, 70 jaar geleden. Voor de één reden tot feest: Exodus, weg uit eeuwen onderdrukking en vervolging, op weg naar een eigen thuis. Voor de ander Nakbah (de ramp): gedachtenis aan 70 jaar onderdrukking, verdrijving uit huis en haard, dagelijkse verliezer van een ongelijke strijd. Op 12 mei a.s. zal er in Rotterdam, bij de Laurenskerk, een publieke herdenking worden georganiseerd ter gedachtenis aan alles wat er in de 70 jaar na de onafhankelijkheid van Israël is gebeurd.