Mijn droom: mijn eigen geld verdienen. Belasting betalen.

Mohammed

Mohammed woont sinds ongeveer 2 jaar in de LVV (landelijke vreemdelingen voorziening) op de vierde etage van de Pauluskerk. Hij is een getalenteerd kleermaker en volgt een opleiding  in die richting. Ooit hoopt hij een eigen winkel te openen om met de verkoop van zijn kleding te kunnen voorzien in zijn eigen onderhoud.

Als eerst nou maar eens die zo lang gewenste verblijfspapieren komen. Mohammed heeft er goede hoop op nu zijn geboortecertificaat uit Sudan is gekomen dat door de IND als authentiek is bestempeld. Er is opnieuw een procedure gestart en hij  vertrouwen heeft in zijn nieuwe advocaat.

Mohammed komt uit Sudan. Tijdens de oorlog wordt zijn dorp gebombardeerd. Met vier mensen is hij opgepakt, één werd gedood en Mohammed wordt met de andere twee gevangen gezet. Het lukt zijn oom om hem vrij te kopen. Maar die zei toen wel: “Je kan hier niet blijven, het is te gevaarlijk”. Mohammed vertrekt en komt in Libië terecht. Hij werkt er op een boerderij, maar dan wordt het ook in Libië onrustig. Er wordt o.a. geweld gebruikt tegen donkere mensen zoals Mohammed. Zijn werkgever regelt een schip waarmee hij in 2011 in Nederland aankomt.

De asielprocedure start. Eerst naar Ter Apel. Hij heeft geen idee waar het ligt en hoe hij er moet komen. De politie geeft hem een kaartje voor de treinreis. Na een verblijf van 2 weken in Ter Apel volgt er een lange reeks van overplaatsingen; Ede-Wageningen, Arnhem, Goes, Oisterwijk, Grave, Zwolle en uiteindelijk komt Mohammed in Rotterdam terecht.

In Goes wordt een taal-analyse afgenomen. Men twijfelt of hij daadwerkelijk uit Sudan komt. Zijn lokale taal wordt erkend, maar zijn Arabisch vindt men twijfelachtig. Mohammed leerde het Arabisch van koeienverkopers uit Tsjaad, die zijn dorp bezochten. Bij de rechter kreeg hij een negatief advies met betrekking tot zijn verblijfsvergunning. Zijn pas verkregen geboortecertificaat geeft hem hoop op een nieuwe positievere uitslag.

In Grave wordt Mohammed ziek, hij krijgt psychische problemen. In Zwolle wordt hij tijdelijk opgenomen in een behandelcentrum en krijgt medicijnen. Na zijn behandeling gaat hij naar de Nico Adriaans Stichting in Rotterdam, waar hij kan blijven en komt hij in contact met Sjany, vluchtelingenwerker bij de Pauluskerk. “Ik hoopte dat Sjany mij een kamer voor mezelf kon bieden. Maar dat was helaas niet mogelijk. Na wat omzwervingen via de moskee en House of Hope wist ik het niet meer. Ik kwam terug bij Sjany en ze bood mij een plek aan in de LVV. Sjany is heel goed voor me. Ze is recht door zee. Ze heeft me goed geholpen, ook door veel  met me te praten”.

Ondertussen is Mohammed druk bezig met het maken van kleding. Voorheen was dat vooral een hobby.

“Ik was klein toen ik van school kwam en vond het leuk om kleren te naaien. Eenmaal in Nederland heb ik een naaimachine gekocht. Ik dacht, gewoon doen, je weet hoe het moet. Ik heb al veel mooie kleren kunnen maken, voor Giselle, voor Ab, Sjany, Thuy, Ria en de dominee. Ayca, de coordinator bij de Pualuskerk zei: ‘Je hebt talent.  Wat ga je ermee doen? Ze heeft geregeld dat ik naar school kan. Ik leer er veel. Als het goed gaat krijg ik aan het eind ook een certificaat.

Het lastige is alleen, dat ik in de LVV om 9.00 uur mijn kamer uit moet.
Meestal ga ik dan naar vrienden of naar de moskee. Of ik zit gewoon buiten. Want je kan niet altijd bij je vrienden rondhangen. Op het kerkplein in de Pauluskerk vind ik het vaak te druk. Te veel gepraat, soms geruzie, dat verdraag ik niet. Ik heb rust nodig als ik mijn medicijnen heb genomen’.

Met zijn certificaat wil Mohammed nieuwe mensen gratis opleiden. Hij hoopt dat de gemeente hem een ruimte wil bieden met gemotiveerde leerlingen. Zodra de leerlingen zijn opgeleid mag de gemeente weer nieuwe mensen sturen. Wanneer Mohammed zijn verblijfsvergunning krijgt, hoopt hij een volgende stap te maken: een winkel openen. Nu hij op de opleiding leert om de Afrikaanse en Europese stijl te combineren verwacht hij veel klanten voor zijn jurken.

Zijn grootste droom is dat zijn leven normaal wordt. Dat hij zijn eigen geld kan verdienen, zichzelf kan onderhouden en belasting kan betalen. En een goede borduurmachine is een grote wens. Nu werkt hij op oude machines die bij zijn vrienden thuis staan. Ook hoopt hij andere mensen te kunnen helpen, bijvoorbeeld in de Pauluskerk:  “Nu word ik door de kerk geholpen, maar dan ik iets terugdoen, zodat zij weer weer andere mensen kunnen helpen”.