Als de brand geblust is, hef je de brandweer niet op

(door: Dick Couvée)

Afgelopen donderdag riep burgemeester Aboutaleb in de Rotterdamse raad op te stoppen met het beboeten van dakloze mensen. Voor zo’n boete kunnen allerlei redenen zijn. Als je je schuldig maakt aan het liggen of slapen op een bankje in het park of op straat, kan dat je een boete van 90,- euro opleveren. Zo hebben we dat met elkaar bedacht. Als je zo’n boete niet betaalt – en een dakloos iemand kan zo’n boete meestal niet betalen -, loop je al gauw de kans, dat die na een jaar of wat is opgelopen tot een bedrag van 1500,-, 2000,- euro of meer. Is dat echt waar ? Ja, dat is echt waar. Zo hebben we dat met elkaar bedacht. Twee oorzaken. De overheid zelf. Wie een boete niet betaalt, wordt steeds opnieuw gestraft met boete op boete en rente op rente. De incasso-industrie. In Nederland heeft die op ongehoorde manier de ruimte gekregen om geld te verdienen aan schulden en dus aan mensen die geen geld hebben.

Ik ben blij met het pleidooi van de burgemeester. Omdat hij daar iets raakt, dat deel is van een veel groter probleem. Hoe ga wij eigenlijk om met mensen die in een kwetsbare positie verkeren ? Straf je die, als ze in hun kwetsbare positie iets doen wat niet mag en druk je hen daarmee nog verder in de ellende ? Dat is wat we nu doen. Of probeer je deze mensen juist te helpen en sta je hen bij weer uit die kwetsbare positie te komen ? Dat is wat we niet doen in Rotterdam of maar mondjesmaat, maar juist wel zouden moeten doen. Ik pleit met klem voor een heel ander beleid voor dak- en thuisloosheid in Rotterdam voor de komende jaren. Kern daarvan is, dat we onze manier van denken omkeren. Niet straffen, maar helpen, lees: opvangen en oplossen.

Wie dakloos wordt, staat niet aan het begin, maar aan het eind van een heel proces. Als iemand dakloos wordt, is er al van alles en nog wat misgegaan. Als iemand dan uiteindelijk op straat belandt en iets doet wat niet mag, grijpen we in. Helemaal aan het eind van het proces en dan ook nog met strafmaatregelen. Dat alles lost niets op, maar maakt de zaak feitelijk alleen maar erger. Dat is wat we nu doen. Niet logisch, niet menselijk. Veel beter is het in te grijpen aan het begin van het proces (NB. Natuurlijk is het nog veel beter om dakloosheid te voorkomen). Zodra iemand dakloos raakt, ingrijpen en iemand helpen daar zo snel mogelijk weer uit te komen met een adequate aanpak en met voldoende mensen en middelen. Daar moeten we naar toe. Dat is logisch en menselijk.

Het mooie is, dat we in Rotterdam veel ervaring met die omkering van denken en de bijbehorende adequate aanpak hebben. Of eigenlijk hadden. Van 2006 tot 2014 voerden we in Rotterdam twee grote plannen voor de Maatschappelijke Opvang uit. En met succes. Duizenden mensen, toen vaak dakloze verslaafde mensen, verdwenen van de straat, kwamen weer onder dak, vaak begeleid, kwamen in methadonprogramma’s of kickten af. Zij werden niet aan hun lot overgelaten of gestraft, maar geholpen. Succesfactoren toen: de omkering van denken, zoals ik die hier bepleit als basis voor het beleid voor de maatschappelijke opvang, een goede opvang met voldoende plekken in combinatie met een goed, op de persoon gericht plan van aanpak, uitgevoerd door ambtenaren, die rechtstreeks in contact waren met de mensen in kwestie (en dus niet van formulierenbrigade) en over geld en doorzettingsmacht beschikten. Als het toen kon, waarom nu dan niet ?

Na de succesvolle aanpak in 2014 dacht de gemeente: zo, dat is geregeld, nu is het wel zo’n beetje klaar. Nee, dus. Dak- en thuisloosheid in Rotterdam groeien weer. Het aantal dakloze jongeren is tussen 2015 en 2017 met 34% gegroeid. Het is eigenlijk heel simpel. Rotterdam is een van onze grote steden. In zo’n stad zullen helaas altijd daklozen zijn, dat is de realiteit van de grote stad. Maar dan moet je je als grote stad daar ook toe verhouden en je maatregelen treffen. Als de brand geblust is, hef je de brandweer niet op. Het is dus hoog tijd, dat we met elkaar in de stad komen tot een nieuw, breed plan voor de maatrschappelijk opvang in de stad, gebaseerd op helpen, niet op straffen. Dat is humaan. Maar het is ook nog eens wijs beleid. Uit onderzoek blijkt steeds weer, dat je iedere euro die je besteedt aan de maatschappelijke opvang drie, vier keer terugverdient op andere terreinen van maatschappelijke verantwoordelijkheid, openbare orde en volksgezondheid incluis.